dinsdag 21 juli 2009

Met een kebab in de hand....

You’re welcooome!

En dan heb je direct de drie meest gebruikte Engelse woorden in Syrie. Je kunt werkelijk je kont niet keren of je wordt welcooome geheten door een breedlachende snorretje, tulband of een sporadisch hoofddoekje.

Want sinds onze laatste blog in het wonderschone Turkse Goreme heeft onze Landcruiser weer 1,500 kilometer vers asfalt gevreten en bevinden wij ons alweer 5,000 kilometer van een bruine boterham met kaas (jaha..en natuurlijk van jullie, dierbaren).

Na een flinke ruk vanuit Cappadocie naar de Syrische grens, maakten wij ons op voor een stukje hardcore Midden Oosten. Tessa deed haar hoofddoek om, we oefenden in de auto wat onderdanigheids-technieken en Bart had pro-forma zijn baard laten staan. Als lid van het illustere gezelschap met de naam ‘Axis of Evil’ kon Syrie bij ons wel een potje breken.

Maar t viel mee. Slechts 2.5 uur van het kastje naar het formuliertje en weer terug voor een stempeltje et voila: we stonden buiten. Bureaucratie met hoofdletter B, maar wel met een glimlach! De agent die het toegangshek tot zijn land opentrok vatte het mooi samen: you’re welcooome!

Onze aankomst in Allepo vierden we met een gelegenheids-kebabje op de buitengewoon sfeervolle souq (of soek voor de Telegraaf lezers). Inmiddels zijn we kenners (en fans of zeg maar liever zwaar verslaafden) van alles wat maar naar kebab, dönner of schwarrrma ruikt.

Waar onze Turkse ervaring vooral draaide om het genieten van de eerste Oosterse indrukken, de mysterieuze moskeen en de vriendelijkheid van de Turken, heeft afgelopen anderhalve week vooral in het teken gestaan van het ons verdiepen in de politieke en regilieuze potpourri van deze regio. Veel gelezen en gesproken met de Syriers en Libanezen over de historische en huidige situatie. Over de verloren-zoon relatie tussen Syrie en Libanon, over het Syrische Assad regime dat samenheult met Iran, het vrouw-onvriendelijke karakater van de conservatieve islam, de fragile co-existentie tussen de moslims en christenen in Syrie maar vooral in Libanon, de onderdrukte Palestijnen verspreid over de regio, de rol van Hezbollah, Fatah en Hamas en het natuurlijk het onderwerp waar oorverdovend hard over gezwegen wordt: de rol van Israel.

Want als er iets was waar letterlijk iedereen die we gesproken hebben, jong of oud, conservatief of progressief, het over eens was, dan was het dat ‘de Neuzen’ (zoals we ze maar gedubbed hebben om te voorkomen dat we hier verdenkingen over ons afroepen) niet in deze regio horen. Zelfs de liberale Syrische familie in het midden van het land, waar we mochten blijven slapen, en de hippe bar-eigenaar in het vooruitstrevende Beirut hadden een bijzonder eenzijdig beeld; ‘laat Israel maar van de kaart, die horen hier niet’ zei de man des huizes toen ik via een landenkaartje probeerde uit te leggen hoe Nederland ten opzichte van Syrie ligt.

Terug naar Aleppo, terug naar de kebab. De stad die integraal onderdeel vormde van de Zijderoute; we brachten een paar dagen door in deze karaktervolle en vooral foto-genieke stad (dat ondanks haar 2 miljoen inwoners meer als een dorp aan deed). Een schilderachtige souq onder stenen catacomben, waar getulde mannen op ezeltjes in smalle straatjes file rijden met vrouwen in bourqa’s.

Voor t eerst voelt de blote schouder van Tessa wel iets te uitdagend, wat zich direct vertaalt in ongegeneerde mannelijke blikken tot ver in souq stalletjes en in meebewegende ogen in de boerka-spleetjes (deze komt in de Dikke van Dale 2010 versie, mark my words!). Afgezien van de bourqa’s zien we op straat vooral mannen –zij doen de front-office, terwijl de vrouwen de back-office doen.

Na het bezoeken van een overweldigende citadel in het midden van de stad, eten we ‘s avonds in die ene hippe tent van de stad, waar we naast vier be-hoofddoekte jonge dames zitten die aan hun narjille (waterpijp, een nationale sport) lurken, terwijl ze sms-en en met hun i-phones ‘tunes’ uitwisselen –een andere kant van dezelfde Axis of Evil medaille.

We rijden zuidelijk via een aantal 2500 jaar oude sites met restanten van inheemse tempels, Ottomaanse badhuizen en waanzinnige be-zuilde Romeinse rijlanen en worden er aan herinnerd dat we reizen door de bakermat van onze beschaving. Na een langdurige periode waarbij vele volkeren achtereenvolgens heersten over het Oost Mediterane gebied, van de Phoeniciers via de Egyptische Mamlukken tot zelfs de Mongolen, waren het rond 650 de aanhangers van een zekere Mohammed uit Mecca die in een record tijd van 100 jaar vanuit Arabie de hele regio, inclusief een flink deel van Europa, voor zich wonnen. In 1500 nemen de Ottomanen (met hun hoofdkantoor in Istanbul, dus hier ook wel bekend als de Turken) het stokje over in deze buurt en die houden t vol tot begin 1900, waarna er nog een korte Franse inmenging is totdat in 1948 de boedel wordt verdeeld –en daar is, tot op de dag van vandaag, helaas niet iedereen helemaal happy mee…

Die Lonely Planet hoef je dus ook niet meer te lezen. Geeft wat extra tijd om te integreren met de inborlingen. Zoals met Mohammed (hoe kan t ook anders) bij wie we een hit-and-run-kebabje scoorden ergens op het (droge) platteland van Syrie. Voor we t wisten zaten we bij deze ultra conservatieve moslim op de grond thee te sippen. Moeders mocht er nog net bij komen maar de zussen mochten zich niet vertonen; op a-theisten werd duidelijk neergekeken. Onze onderdanige-act werd maar weer uit de kast gehaald en voor we t wisten zaten we te luisteren naar een of andere terroristische ring-tone op zijn mobiele telefoon. Oke, Mohammed, easy tiger….

Daartegenover konden we dezelfde avond nog onze daktent opzetten naast het huis van een hartelijke Syrische familie – we aten, kletsten met handen en voeten en lurkten aan de narjille alsof ons leven ervan af hing. Alras werd het schaakbord van stal gehaald en na een bloedstollend avond- en ochtend-tournooitje van 4 partijen tussen Bart en de man des huizes eindigde de interland Nederland – Syrie op een laffe 2-2. Kortom, iedereen kon met geheven hoofd afscheid nemen en wij konden onze overgebleven Bastogne koeken en stroopwafels dumpen en off we were!

Via een jongensdroom-achtig Arabisch ridder kasteel, rechtstreeks uit de 1001-nachten bundel (Crac de Chevalliers) schoten we richting het altijd lekker klinkende Damascus. Wie denkt er niet aan specerijen, gekleurde doeken met spiegeltjes erop en vage arabische tekens (en kebab natuurlijk!).

Een dag lang dolen we rond door de oude stad en verliezen er prettig de weg. Ook de Syriers weten inmiddels tourisme op waarde te schatten en dat resulteert in een ‘opgeknapte’ souq met net iets te handige, identieke, karakterloze stalletjes en een net iets te schoon en georganiseerd gebeuren. De inwoners zijn desalniettemin nog altijd blij met iedere toerist en dat is te merken: you’re welcoooome!

Alhoewel we de stad nog niet tot onze boekzak hebben gedegradeerd, besluiten we de dag erna vervroegd richting Libanon te gaan om wat flexibiliteit te creeren in ons reisprogram. Daarnaast had Bart van al die kebabs wat last van dönner (fonetisch uitspreken en je weet welke kant ik op wil) en was een rustig reis-dagje welkom.

Een lang verhaal kort maken: na gelezen te hebben dat er geen diesel-auto’s Libanon in konden, lieten we onze Bullebak achter en gingen met de bus naar de grens. Echter, Syrie verlaten zonder auto kon ook niet. Terug. Met auto en al Syrie verlaten om vervolgens de auto in no-mans land achter te laten en te voet Libanon in te gaan. Kortom, een dagje gezellig integreren met de grens-bureaucraten in Syrie en Libanon. Is weer eens wat anders en blijkt ook nog eens dikke darm-bedarend te werken. Mooi detail dat we niet al te ongerust waren over de jeep in no-mans land- hij stond veilig geparkeerd tussen een Kuweiti Lamborghini en een Dubaise BMW-7 (die stakkers zijn dat hele eind door de woestijn komen blazen om hun glimmert daar in het stof achter te laten en net als wij, met een oude taxi naar Beirut af te dalen).

Libanon is het meest schyzofrene land dat je je kan voorstellen. Enerzijds met dikke littekens van de (nog zeer recente) gevechten (Israel die in 2006 de boel nog bombardeerde maar ook de 3 weken lange buurt-tot-buurt gevechten in Beirut tussen de moslims en christenen van zomer vorig jaar) zichtbaar in de gebouwen in Beirut en onzichtbaar op de zielen van iedereen die we spreken. Van 1975 tot 1990 woedde hier een heftige burger-oorlog waar Syrie en Israel vervolgens ook nog even een bom in het zakje deden. Het zuiden van het land is nog altijd ontwricht en in strijd met Israel over ‘ontvreemde’ grond – er wonen ongeveer een half miljoen ontheemde en straatarme Palestijnen.

Tegen die complexe achtergrond van Beirut beweegt een graag geziene scene van riches die zich onderdompelt in een mondaine party-scene waar St Tropez voor moet buigen; Hummers als boodschappen-wagentjes, botox-abonnementjes en af-gevette spierbundels op de boulevard. Half Kuweit, Dubai en Saudi trekt in de zomer hierheen om van de stand-club naar heftige nightclub te hoppen– Beirut is zeg maar het Domburg van het Midden Oosten.

Twee uitersten die niet makkelijk te rijmen zijn. Gelukkig gaan we een avond op stap met bar-bediende Nader die vertelt over de moeilijke socio-economische situatie, de brain-drain naar het buitenland en het dagelijkse leven in een quasi oorlogsgebied. We spreken Walid, een Druze, bar-eigenaar en Anna, Duits Palestijnse – fel over Israel en onzeker over de huidige situatie met Obama en de ontwikkelingen in Iran. De eigenaar van het vis-restaurant om de hoek van de St George Marine Club waar in 2005 liberaal Libanon’s lichtend voorbeeld Rafiq Hariri met een enorme autobom werd omgebracht – de achtbaan van goede en slechte tijden waar het land doorheen gaat maar ook de veerkracht van zijn volk om alles weer op te bouwen en onverschrokken door te gaan.

Een ding is duidelijk; in Libanon zijn politiek en religie een belangrijk onderwerp van gesprek en spreekt men redelijk vrij-uit. Gesandwiched tussen Syrie en Israel en met een gevlucht volk dat vanuit hun achtertuin oorlog loopt te voeren, voelt het ons een beetje alsof ze kind van de rekening zijn. De eerlijkheid is dat we na vijf dagen Libanon nog steeds proberen te begrijpen hoe al die groepen met elkaar interacteren. Phalangisten, het Libanese leger, Hezbollah, de Palestijnen, de Christenen, Maroniten, Druzen – leg alle stukjes maar in elkaar.

Aangezien Beirut zelf niet heel spannend is lag de nadruk daar vooral op het nait-laif; roof-top disco’s, disco’s zonder dak en disco’s zonder licht (daar waren we zo weg). Overdag uitblazen bij een strand-club en ‘savonds twee keer naar een parade-achtig festival in Bettedine en in Byblos. Met een leuk gemeleerd publiek tegen tweemaal een spectaculaire setting geluisterd naar alternatieve, opkomende muziek soorten (niet helemaal in ons straatje).

De camouflage figuren op straat, de tanks, de schuttersputjes en het sporadische checkpoint-charly; ze wenden allemaal best snel en gaven ook wel een gevoel van veiligheid. In ons huur-Fiatje zagen we zo duf Tripoli, pittoresk Byblos (Zuid Frans knus haventje) en alras reden we de spectaculaire Ceder bergen in Noord Libanon in. In de middag landden we zo in de geboorte plaatst van filosoof Kahlil Gibran, waar we onszelf in het kader van wat food for thought (zeg maar een geestelijk kebabje) een versie van De Profeet kado deden. Vervolgens rolden we naar beneden de Beka’a vallei in, met als grootste stad Baalbek. De vallei is een arm deel van Libanon, waar de marihuana teelt weelderig tiert onder toeziend oog van de grootste partij van de vallei, de Hezbollah.

Naast de onschuldige geel-groene Hezbollah vlaggen in de straten en de ietwat dubieuze standbeelden van een tank met daarop een geuniformeerde baard-mans met pet, werden we in Baalbek vervolgens getrakteerd op een aggressieve promo tentoonstelling van De Partij met beelden van verwonde kinderen en oorlogsoverwinningen op die verrekte zionisten. Een interessante side-dish die kwam bij ons bezoek aan de Baalbek tempels. 2000 jaar oude romeinse tempels die met recht de meest indrukwekkende zijn die we ooit gezien hebben –qua omvang, grandeur en staat waar ze nog in verkeren.

Na Baalbek ging het plankgas terug naar de grens met Syrie. Binnen anderhalf uur hadden we nu de formuliertjes bij onze inmiddels best-friends ingevuld en ja, we hadden onze witte vriend op vier wielen best een beetje gemist.

Om alle indrukken van ons af te wassen zijn we beiden vanmiddag naar een Damascaanse hammam gegaan –ieder zijn eigen hammam natuurlijk want zelfs bij de As van het Kwaad doen ze niet aan gemengd doesjen. Bij de mannen was het wederom kinderlijk met water gooien –achter de muren, in de badhuizen en achter die doeken zijn die moslims best vrolijke ventjes hoor!

We maken ons nu langzaam op om verder af te dalen naar Jordanie, alwaar we nog komend weekend een party in de woestijn hebben om het af te leren. Daarna gaan we via het land van de Neuzen terug richting Turkije waar we de situatie zullen bekijken om een volgend lid van de Axis aan te doen, Iran.

De stemming zit er hier goed in; de reisgroep Houben-Meuter begint steeds beter op elkaar ingespeeld te raken (jij de paspoorten, ik de camera’s) en de we genieten ontzettend van de rijke omgeving, de mensen en natuurlijk elkaar.

Alhoewel we nooit alle puzzelstukjes zullen kunnen leggen, krijgen we wel langzaam een idee van de grote lijnen, het totaal plaatje en daarmee een beter begrip van de Islam en haar ogenschijnlijk eindeloze diversiteit en sub-segmentatie, die we zeker niet meekrijgen via de hapklare media brokken die ons in Nederland dagelijks bereiken.

De speurtocht gaat door, wij genieten met volle teugels. En nog altijd is het jan-met-pet uit Syrie, Jordanie of waar dan ook, die onze reis maakt tot wat ie is, want als vanaf de minaret horen we hier iedere keer weer schallen:

You’re welcooome!

Veel liefs en bis bald,

Tessa & Bart

-----nieuwe foto's planten we hopelijk morgen op de website------

2 opmerkingen:

  1. amigos,
    Klinkt mooi allemaal, ben benieuwd naar fotos van bart-met-baard en tessa-in-boerka-spleetjes. hier mis je weinig, zomer is beetje laf, vrij veel regen, maar ook wel mooie dagen. simplon maakt voortgang. ben het weekend zowaar de hoogste berg van italie (gran paradiso, iets meer dan 4k) opgelopen. tour loopt op zn eind met contador in t geel en armstrong die zich erbij neer lijkt te leggen, maar u never know.
    enjoy! jr
    ps. hebben jullie geen lezers / vrienden, of is t not done om reacties/berichten te plaatsen? if so, bij deze mijn nietgemeende excuses

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jeetje mina, en wij maar hard werken!! geniet ervan, jullie verhalen zijn fantastisch..

    kus Lau en IngeB

    BeantwoordenVerwijderen